12 mei – De dag begon met schrikken.

Vannacht geslapen met de gordijnen open. Het uitzicht op de olijfgaarden waren zo geweldig vanuit mijn kamerraam, dat ik iedere mogelijkheid wilde benutten om hiervan te genieten. Ik had zelfs de moeite genomen om half vier even vanaf mijn balkon onder een redelijke sterrenhemel het landschap uitgebreid te bekijken en, ondanks dat niet alles even duidelijk te zien was, mag ik het betitelen als adembenemend.

Half zeven, het was al een beetje licht aan het worden, schrik ik mij een hoedje, regen en alles was in mist gehuld. Ik liet een grote vloek en liet terstond mijn plan om vroeg aan te fietsen varen, draaide me om en probeer te slapen. Ik schrok opnieuw wakker, kijk op mijn horloge en zie tot mijn grote verwondering dat het al 11 uur is. Ik keek nog eens goed met mijn bril op en ik had het goed gezien… 11 uur. Douchen en startklaar maken was geboden om niet de hele dag naar de filistijnen te zien gaan. “Dan maar aanrijden met regen!” zo nam ik mij voor. Kom ik beneden en zijn alle tussendeuren nog op slot en staat mijn fiets, de voordeur blokkerend, te wachten om opgetuigd te worden. Het was akelig stil in het Hostal. Ik keek nog een keer op mijn horloge en toen bleek dat hij stilstond… het bleek 8 uur te zijn. Ik heb daarna nog een uur gewacht en ben, toen het regenen minder werd, toch maar vertrokken en gestopt bij de eerstvolgende bar om koffie met een broodje te nemen à 1,80 (wat langzamerhand gewoonte van mij is).

Het was een heel gekrengel om de stad Cazorla uit te komen, maar toen ik eenmaal op koers was was de regen, die met tijden met behoorlijke hoeveelheden uit de hemel viel, niet eens erg storend en waande ik me als een rijk man in de heuvels van de Sierra de Segura. Enkele keren wanneer het te gortig werd, heb ik geschuild, o.a in een olijven verwerkingsfabriek maar ook in een onder de weg liggende duiker. Zelfs een paar keer onder een boom.

In de namiddag werd het aanmerkelijk droger, zodat het echt op vakantie vieren begon te lijken. De mensen in Andalusie zijn duidelijk vriendelijker dan in menig voorgaande streek. Ze begroeten je spontaan en vele doen dat aan met een toetersignaal wat plezierig fietsen is.

Niet dat het maar wat pendelen is, want er moet ook het nodige klimwerk verricht worden. Dat mag men niet onderschatten. Het is niet voor niets dat er geen fietsen rondrijden! Waarschijnlijk heeft dat te maken met de grote afstanden, maar zeker ook met de vele heuvels die maar terug blijven komen.

Toch kan ik het ook niet laten om nog eens aan te geven welk een bloemenpracht te zien is met name in de bermen, alle keuren en soorten, van wilde haver tot gerst toe, als buffer van de honderden hectare olijfbomen waaronder niets groeit. Er is bijna geen voorstelling van te maken.

Vandaag heb ik onderdak gevonden in een Hostal wat gevestigd is in een treinstation midden in de stad Jaen. Ik hoop dat ik niet te veel last heb van stoppende en vertrekkende treinen want dat speelt zich hier allemaal af, voor mijn kamerraam. Het zou kunnen meevallen, want er staat 3 of 4 dubbel glas in het kozijn. We wachten af.

Voor wat betreft de dag van morgen (naar die ervaring zie ik uit),  7 km na mijn start schiet ik een voormalige spoorlijn op waarvan men een fietspad heeft gemaakt en kom er pas na 75 km vanaf. Volgens de routebeschrijving zie je niets anders dan olijfgaarden, zover het oog strekt.

Tenslotte nog dit : ik heb vandaag 8 fietsen gezien 4 race, 2 mountainbike`s 2 onder in de garage van het Hostal, welke van een Nederlands stel uit Twente blijkt te zijn die rijden namelijk een rondje in Andalusië. Een uitdaging die ik iedereen zou willen aanbevelen!

Dagafstand 103.48 km
Gemmiddelde snelheid 14,72 km/uur
Max. snelheid 56,94 km/uur
Daghoogte 1429 meter

Comments are closed.